Gloed, Sándor Márai


In een groot slot in de Hongaarse bossen wordt een feestelijk diner voorbereid. Henrik, de oude slotheer, overziet alles. Hij wil dat het perfect klopt met zijn herinnering.

Henrik is de zoon van een Hongaarse gardist en een Franse adellijke schone. Hij is aan het einde van de 19e eeuw opgegroeid in dat grote slot, gevuld met herinneringen aan zijn roemrijke voorouders. 

Toen hij acht jaar oud was ging hij naar een militaire school vlakbij Wenen, om opgeleid te worden om de keizer en het vaderland te dienen. Op die school kwam hij Konrád tegen, die zijn beste vriend werd.

Vierentwintig jaar zijn de beide jongens bijna onafscheidelijk, ze ronden de school af, nemen samen dienst in het leger en komen bij elkaars familie over de vloer. 

Konráds ouders moeten kromliggen voor zijn bestaan als gardist, maar het is voor hen belangrijk, net zoals het voor Henrik en zijn familie belangrijk is. Eer en trouw en vriendschap zijn niet zomaar woorden, het zijn waarden waar je naar leeft.

Meer dan veertig jaar geleden is er echter iets gebeurd waardoor die loyaliteit en die vriendschap zijn verraden en Konrád en Henrik hebben elkaar al die jaren niet meer gezien. Maar nu, nu ze beiden drieënzeventig zijn, komt Konrád voor het eerst terug op het slot. En Henrik wil dat alles lijkt op die laatste avond dat ze elkaar spraken, want hij wil eindelijk antwoorden.

Als de beide oude heren bij elkaar zijn, worden er eerst beleefd herinneringen opgehaald en vertellen ze wat ze al die jaren hebben gedaan. Konrád is uit Hongarije weggegaan en heeft in de tropen gewerkt. Hij heeft zich zelfs tot Brit laten neutraliseren. Henrik is zijn vaderland trouw gebleven, heeft gevochten in de loopgraven en heeft het tot generaal gebracht.

Onder al die beleefde opmerkingen gaan er ook wat stekeligheden over en weer, want er is niets meer over van die vriendschap van weleer.

‘Ik leed soms onder de gedachte dat ik er niet bij was terwijl jullie vochten. Ik dacht er ook over om terug te komen en te melden bij het regiment.’
‘Die gedachte’, zegt de generaal zonder nadruk, zeer beleefd maar gedecideerd, ‘kwam ook bij anderen in het regiment op. Maar toen kwam je niet. Waarschijnlijk had je andere dingen te doen’, zegt hij bemoedigend.
‘Ik was Brits staatsburger.’ herhaalt Konrád met gêne. ‘Je kunt niet om de tien jaar van vaderland wisselen.’
‘Nee’, zegt de generaal instemmend. ‘Ik denk dat je helemaal niet van vaderland kunt wisselen. Je kunt alleen van documenten wisselen.’

De beide heren eten de verschillende gangen en drinken hun wijn, en steeds dichter komen ze in hun gesprek bij die laatste avond en de gebeurtenissen die een einde maakten aan hun vriendschap.  

Sándor Márai  werd in 1900 geboren in de dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije. Zijn land viel na de Eerste Wereldoorlog uit elkaar Hij studeerde in het buiteland en schreef vanaf zijn negenentwintigste zowel romans als toneelstukken, essays en gedichten. Hij wist de Tweede Wereldoorlog en de Duitse bezetting van Hongarije te overleven, maar ging naar Italië en later naar de Verenigde Staten omdat Hongarije na 1945 communistisch werd. In 1989 zou hij zelfmoord plegen.

Dit boek was al in 1942 gepubliceerd, maar kwam opnieuw in de belangstelling toen Hongarije in 1999 het thema van de Frankfurter Buchmesse was. Gloed werd opgepikt en er volgden vertalingen in vele landen.

Gelukkig maar dat deze schrijver weer zo onder de aandacht is gekomen, want ik vond Gloed een erg mooi verhaal.

Sándor Márai heeft een fijne schrijfstijl, waarin de weemoed en de bitterheid van dit verhaal goed tot hun recht komen. De beide oude heren hebben de wereld zien veranderen en nu zij elkaar voor het eerst weer spreken staat de wereld opnieuw in brand. De ergste verschrikkingen die zullen volgen zijn hun nog niet bekend, maar ze weten wel dat hun levens bijna op het einde zijn en dat stemt hen bedachtzaam.

Konrád is teruggekomen om nog één keer de plekken van zijn jeugd te zien, en Henrik heeft eindelijk de kans om de antwoorden te krijgen waar hij al veertig jaar op wacht. Bijna onafwendbaar is het einde, als Konrád weer vertrekt en het nog maar de vraag is of ze beiden hebben gekregen wat ze nodig hadden. Maar misschien is het voldoende dat ze de zaken hebben uitgesproken, onder woorden hebben gebracht. Want eigenlijk was al veertig jaar duidelijk dat beide vrienden elk een heel andere opvatting van de vriendschap had, met trieste gevolgen voor hen allebei.

Ik had op goed geluk Gloed voor een paar euro uit de Kringloopwinkel meegenomen, maar het was voor mij echt een ontdekking waar ik erg blij mee ben. Ik ga meer van Sándor Márai lezen!

Oorspronkelijke Hongaarse titel: A gyertyák csonkig égnek (1942)
Nederlandse uitgave 2000 door uitgeverij Wereldbibliotheek
Nederlandse vertaling: Mari Alfödy
Bladzijdes: 156

Reacties

  1. Hoi Bettina, een mooie bespreking van een prachtig boek! Het word tijd voor mij om dit boek weer te herlezen. Van Márai heb ik ook zijn memoires over de jaren van vlak voor de Tweede Wereldoorlog gelezen "Land, land". Niet zo indrukwekkend als "Gloed", maar (zeker het eerste gedeelte) ook meer dan de moeite waard. Groetjes, Erik

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank je wel, Erik! Ik zal kijken of ik Land, land kan ontdekken, want het klinkt als een interessant boek, zeker gezien zijn leven en de plek waar hij woonde.

      Groetjes,

      Verwijderen
    2. Hoi Bettina, ik kan je mijn exemplaar opsturen als je belangstelling hebt. Het boek is een hardcover met stofomslag in zeer goede staat, er staan alleen een paar kleine potloodstreepjes met een nummer bij stukjes tekst die ik als citaten voor mijn bespreking heb gebruikt. Laat het maar even weten. Groetjes, Erik

      Verwijderen
    3. Ik zal je even een mailtje sturen!

      Groetjes,

      Verwijderen
  2. De erfenis van Eszter is ook mooi.
    Grtjs, Anita

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dat is goed om te weten, dank je wel, want die heb ik ook opgepikt van de kringloopwinkel, dus die heb ik al in huis!

      Groetjes,

      Verwijderen

Een reactie posten

Populaire posts